Gør som tusindvis af andre bogelskere
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.Du kan altid afmelde dig igen.
Om op professionele en verantwoorde wijze verpleegkundige zorg te kunnen verlenen moet een hböverpleegkundige beschikken over gedegen kennis van de interne geneeskunde. In het boek Interne geneeskunde worden de belangrijkste aspecten van de interne geneeskunde beschreven vanuit verpleegkundig perspectief. Er is aandacht voor kennis, maar ook voor vaardigheden en attitude. De zorgsituaties (met daarbinnen omschreven verpleegsituaties) staan daarbij steeds centraal.Het klinisch redeneren om een verantwoorde diagnose te stellen was vroeger met name het terrein van de arts. De laatste jaren is het inzicht ontstaan dat ook verpleegkundigen dit altijd al deden. Het werd alleen anders benoemd. Hoofdstuk 1 behandelt daarom het klinisch redeneren vanuit een verpleegkundig oogpunt. In de overige hoofdstukken komen de voornaamste onderwerpen uit de interne geneeskunde aan de orde: infectieziekten, reumatische ziekten, bloed, bloedvaten en hart, longziekten, spijsvertering, nieren en urinewegen, en het hormonaal stelsel. Het basiswerk Interne geneeskunde volgt het gelijknamige boek uit de BGO¿reeks op.
Vanaf het moment dat de diagnose diabetes mellitus type 2 wordt gesteld, krijgen veel patienten te maken met een praktijkondersteuner huisarts. Sinds de invoering van deze functie in de huisartsenpraktijk vindt namelijk een steeds groter deel van de diabeteszorg plaats in de eerste lijn: inmiddels zon 75%. Bovendien zal het aantal patienten de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen. Om goede zorg te kunnen blijven bieden, is gedegen en up-to-date kennis van de ziekte en de behandeling voor de praktijkondersteuner dan ook een vereiste. Dichter bij diabetes geldt als een onmisbaar naslagwerk voor de professionele praktijkondersteuner. Er komen verschillende aspecten van diabetes mellitus type 2 aan de orde, waaronder het stellen van de diagnose, metabool syndroom, hypo- en hyperglykemie,specifieke patientgroepen, complicaties, psychologische aspecten en therapieen. Ook is een aantal hoofdstukken gewijd aan de organisatie van diabeteszorg, zoals aan de samenwerking in het eerstelijns diabetesteam en aan de ketenzorg rond diabetes mellitus type 2. De diverse casussen met uitwerkingen verhelderen hoe de richtlijnen voor diabetes-zorg in de praktijk kunnen worden uitgevoerd. Dichter bij diabetes is het derde deel in de POH-reeks; een reeks primair bedoeld voor praktijkondersteuners, praktijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners in opleiding,maar zal daarnaast zeker ook nuttig zijn voor huisartsen. Door aandacht te besteden aan een diversiteit aan praktische onderwerpen, krijgt de praktijkondersteuner handvattengeboden die ter ondersteuning zullen zijn bij de uitoefening van het dagelijkswerk binnen de praktijk.
Chronisch depressieve clienten zitten verstrikt in een globale manier van denken - dat zij tekort schieten, niets van anderen te verwachten hebben en dat hun situatie er een is van een uitzichtloze herhaling van teleurstellingen. Om het sociaal-emotionele isolement en de daarmee gepaard gaande depressie te doorbreken stelt CBASP, een behandelmethode die speciaal is ontwikkeld voor chronische depressie, de relatie tussen therapeut en client centraal. De therapeut helpt, met behulp van de CBASP, de client specifieke situaties te analyseren en cognities en gedrag te ontrafelen en bij te stellen. Daarnaast benoemt de therapeut expliciet hoe het gedrag van de client op hem overkomt. De band tussen therapeut en client wordt gebruikt om bestaande interactiepatronen te illustreren en de client bewust te maken van zijn impact op anderen. Tegelijkertijd doet de client zo nieuwe ervaringen op die hij kan inzetten om ook buiten de therapie andere interacties aan te gaan.Cognitive Behavioral Analysis System of Psychotherapy (CBASP) voor de behandeling van chronische depressie is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Elk deel geeft een sessiegewijze omschrijving van de behandeling van een specifieke psychische aandoening weer. Filmpjes met voorbeelden van de therapiesessies zijn online te raadplegen. De theorie is beknopt en berust op wetenschappelijke evidentie. Voor de client is er het bijbehorende werkboek Neem de regie over je depressie. Protocollen voor de GGZ is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners.
In deze monografie wordt ingegaan op het werkingsmechanisme, de wetenschappelijke onderbouwing en het juiste gebruik van het gebruik van ultrasone apparatuur. De lezer treft een samenvatting van de literatuur die handinstrumenten heeft vergeleken met ultrasone scalers. De klinische resultaten worden bekeken en de mogelijke bijwerkingen en contra-indicaties worden besproken. Als ultrasone scalers zorgvuldig worden gebruikt, kunnen ze functioneren als een goed alternatief voor handinstrumenten. In furcatie-gebieden is het instrument zelfs de eerste keus. De inhoud van deze monografie reikt de lezer een sleutel aan tot het succesvol werken met ultrasoon instrumentarium.
Wie mensen met dementie begeleidt, krijgt met veel uitdagingen te maken. Zoals het opvangen van mensen die worden opgenomen in een instelling. Zoals contact maken met ouderen die in de communicatie ernstig beperkt zijn, of door hun persoonlijkheid 'anders dan gewone' begeleiding nodig hebben. Zoals het voorkomen van spanning en agressief gedrag, en als het toch gebeurt zo goed mogelijk daarop inspelen. Zoals het omgaan met clienten die hun situatie als uitzichtloos ervaren. Deze uitdagingen komen in dit boek aan bod, naast andere relevante onderwerpen met betrekking tot de dementiezorg in de praktijk.Dit boek is geschreven voor professionals in de zorg voor mensen met dementie, die op zoek zijn naar antwoorden op vragen over uiteenlopende onderwerpen. Het biedt concrete handvatten voor onder meer verzorgenden en verpleegkundigen, activiteitenbegeleiders, sociaal-pedagogisch werkenden, casemanagers en maatschappelijk werkenden. Ronald Geelen, psycholoog en gedragstherapeut, werkt bij Thebe in Breda en is dagelijks werkzaam in de ouderenzorg. Hij schrijft regelmatig in diverse vaktijdschriften. Recent publiceerde hij het boek '10 x Thuiszorg, lastige situaties bij oudere clienten.' Eerder verschenen van zijn hand 'Agressief gedrag bij dementie' en 'Dementie: verhalen & goede raad.' Speciaal aanbevolen en aanvullend bij dit boek is Dementiezorg in de praktijk - deel 1; van Achterdocht tot Zwerfgedrag (eerder verschenen als 'Praktijkboek dementiezorg; van Achterdocht tot Zwerfgedrag.' De auteur is betrokken bij het Centrum voor Consultatie en Expertise, en de opleiding van beroepsgroepen werkzaam in de ouderenzorg.Onderwerpen in dit boek zijn onder meer: AanpassingsproblemenAgressie en ontregeld gedragContact- en communicatiestoornissen Schuldgevoelens Zin geven en betekenis verlenen.
Ook vannacht liggen er weer een paar honderdduizend partners wakker. Sommigen zijn al voor de zekerheid in een andere kamer gaan slapen. Snurken is een serieus probleem: er zijn naar schatting een miljoen stevige snurkers in Nederland! Maar weinigen zien aanleiding om met het snurken naar de dokter te gaan. Belangrijkste reden: men denkt 'dat er toch niets aan te doen is.' En dat is niet waar! Iedere snurker zou zich bovendien moeten afvragen of hij geen apneu heeft: ademstilstand tijdens het slapen. Mensen met apneu lopen serieuze (gezondheids)risico's. Deze tweede editie van het boek Leven met snurken en apneu is onderdeel van de serie Leven met, waarin lichamelijke aandoeningen worden behandeld en waarbij ook aandacht wordt gegeven aan de psychosociale aspecten.
Verpleegkundigen staan dicht bij mensen. Inlevingsvermogen en mensenkennis zijn onmisbaar voor goede observaties, klinisch redeneren of voor het kunnen geven van steun. Hoe herken je als verpleegkundige diversiteit en hoe geef je dat een goede plek in je handelen? Dit boek maakt de complexiteit van het onderwerp `diversiteit¿ zichtbaar en biedt tegelijkertijd handvatten. Het boek laat zien hoe belangrijk de dialoog met patiënten is en hoe een verpleegkundige kennis over groepskenmerken kan combineren met het oog hebben voor unieke eigenschappen. Op het eerste oog homogene groepen patiënten kunnen veel diversiteit bevatten. De auteurs benaderen het onderwerp `diversiteit¿ vanuit verschillende perspectieven. De complexiteit van het onderwerp wordt hierdoor goed zichtbaar. Dat diversiteit centraal staat in dit boek is niet alleen te zien aan de titel, maar ook aan de diversiteit in de opbouw van hoofdstukken. Elk hoofdstuk kan op zichzelf gelezen worden. Drie hoofdstukken zijn in de Engelse taal geschreven. Niet alleen de opbouw en de taal van de hoofdstukken is divers, maar ook de auteurs zelf verschillen in leeftijd, geslacht, gezinssituatie, opleiding (verpleegkunde, culturele antropologie, sociologie, etc.) en woonplaats (Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Amerika).
Toen de Britse klimmer George Mallory in 1924 de vraag kreeg voorgelegd waarom hij de Mount Everest wilde beklimmen, luidde zijn antwoord simpelweg: 'Because It's There'.Voor het beklimmen van de Mount Everest is dat wellicht reden genoeg, maar bij het ontwerpen van opleidingen verdient het toch de voorkeur onderwijskundige wenselijkheden en mogelijkheden centraal te stellen. Toch blijkt dat niet altijd het geval te zijn, vooral wanneer het gaat om nieuwe technische ontwikkelingen. ICT¿toepassingen bijvoorbeeld worden vaak met geen andere reden in een opleiding opgenomen dan omdat 'ze er nu eenmaal zijn', of omdat de concurrent dat ook doet.Dit boek is een pleidooi om de verleiding te weerstaan en onderwijs doordacht te ontwerpen, rekening houdend met visies op leren, kenmerken van de doelgroep en de organisatorische context. Met dit boek viert het CLU zijn vierde lustrum. Het is niet toevallig dat bij deze feestelijke gelegenheid een boek als dit verschijnt. Het CLU heeft niet voor niets twintig jaar 'gefundeerd onderwijs' in zijn vaandel staan.Het boek is geen handleiding tot het ontwerpen van onderwijs. Het geeft wel te denken. En zal iedereen die te maken heeft met het ontwerpen van opleidingen en onderwijs tot steun kunnen zijn.
Het komt vaak voor dat organisaties immuun zijn voor pogingen tot verandering. Verborgen orde zet uiteen wat er voor nodig is om meer succes te hebben bij het realiseren van veranderingen in een organisatie. Op heldere en humoristische wijze wordt met herkenbare voorbeelden inzicht gegeven in de (systeem)eigenschappen van organisaties die bepalend zijn voor het effect van veranderinterventies. In het boek wordt ingegaan op 'patronen' van werken en hoe die, wanneer men wil veranderen, doorbroken kunnen worden. De lezer krijgt vernieuwende handreikingen voor succesvol interveniëren: systeembewust leiderschap, kaderen en domeinsturing. Praktijkgerichte inhoudelijke hoofdstukken worden afgewisseld met een verhaal waarin vijf mensen op zoek gaan naar hoe zij veranderingen in hun uiteenlopende organisaties kunnen realiseren. Op deze manier slagen de auteurs erin om de systeemtheorie toegankelijk te maken voor een brede groep mensen.
Het heeft lang geduurd voordat er systematisch wetenschappelijke gegevens werden verzameld binnen de gesloten wereld van het wielrennen en dat deze gegevens werden gepubliceerd. Het is pas van het laatste decennium dat er meer wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd en gepubliceerd. Met name vanuit landen als Italie en Spanje is er veel kennis opgedaan over de lichamelijke belasting en de daaropvolgende lichamelijke aanpassingen bij elite wielrenners.Deze kennis is nog relatief onbekend bij wielrenners en hun begeleiders. In Wielrennen en wetenschap is er getracht een up-to-date stand van zaken te geven van deze informatie en eveneens een vertaalslag te maken van deze kennis naar de praktijk.Het boek bevat een theoriegedeelte waarin de inspanningsfysiologie achter de wielrenprestatie wordt besproken. Daarna komen trainingsmethoden en voeding aan bod. In hoofdstuk 4 wordt specifiek ingegaan op een aantal wielerdisciplines zoals baanwielrennen, mountainbiken en veldrijden. Daarnaast komt een aantal categorie aan bod zoals jeugd en jongeren, vrouwen en masters. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk over biomechanica en materiaal.Wielrennen en wetenschap is zowel bedoeld voor wielrenners, wielrentrainers als voor verzorgers, medici en paramedici die in de (sport)gezondheidszorg werkzaam zijn.
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.