Gør som tusindvis af andre bogelskere
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.Du kan altid afmelde dig igen.
Veel organisaties zijn voor hun facilitaire ondersteuning en automatisering van honderden contracten afhankelijk. Steeds meer diensten worden uitbesteed en veel geld wordt door contracten afgedekt. Daardoor is zowel in het bedrijfsleven als ook bij de overheid en de zorg een nieuwe functie ontstaan, namelijk die van contractmanager. De basis voor contractmanagement is het inkopen van diensten, wat een heel andere benadering vereist dan het inkopen van materialen.Ted Knoester beschrijft aan de hand van eigen ervaringen welke specifieke vaardigheden en kennis er voor contractmanagement nodig zijn. In deze tweede herziene druk komen onder meer de volgende aspecten aan de orde: het inkopen van diensten, in- en uitbesteden, contractbeheer en valkuilen bij contractbeheer. Ook worden er voorbeelden van procedures en contracten gegeven.Ted Knoester heeft als contractmanager in diverse ziekenhuizen gewerkt.
Basisverpleegkunde geeft een systematisch overzicht van alle facetten van de basiszorg: de meest omvangrijke zorgverlening in de gezondheidszorg. Het boek behandelt de verschillende rollen van de verpleegkundige bij het verlenen van de basiszorg.Allereerst worden een aantal algemene thema's behandeld die relevant zijn voor alle aspecten van de basiszorg: 'zorgvuldig en verantwoord handelen' en 'gezondheid en welbevinden'. Vervolgens komen alle onderwerpen van het menselijk functioneren aan de orde. Zowel de lichamelijke als psychosociale en levensbeschouwelijke aspecten worden behandeld.Elk hoofdstuk in Basisverpleegkunde is opgebouwd volgens de fasen van het methodisch systematisch handelen van de verpleegkundige. Na een algemene oriëntatie op het desbetreffende onderwerp is er ruime aandacht voor het verzamelen van gegevens en verpleegkundige diagnosen. Vervolgens wordt ingegaan op de planning van de verpleegkundige zorg, waarin exemplarisch voor een aantal verpleegkundige diagnoses, de beoogde resultaten, interventies en evaluatie beschreven worden.In de hoofdstukken worden ook verwijzingen gedaan naar Landelijke Richtlijnen. Tot besluit van ieder hoofdstuk is een verpleegplan opgenomen als voorbeeld. Basisverpleegkunde biedt de lezer een compleet basispakket aan kennis en vaardigheden over basiszorg. Bovendien zijn aan elk hoofdstuk een literatuurlijst en verwijzingen naar websites toegevoegd, voor verdere verdieping.Het boek is allereerst bestemd voor alle studenten die de opleiding tot verpleegkundige op mbo-niveau volgen . Daarnaast is het boek uitermate geschikt als naslagwerk voor iedereen die reeds als verpleegkundige werkzaam is.
Evidence-based handelen bij lage rugpijn.
In Nederland worden veel initiatieven ontwikkeld om de opleiding tot klinisch onderzoeker verder te professionaliseren. Methodologie en regelgeving, ook nationaal, worden steeds complexer waardoor het doen van trials een steeds professionelere activiteit wordt. De tijden dat een arts-assistent naast zijn klinische werk nog een klinische studie erbij deed zijn definitief voorbij. Alleszins reden om een Nederlandstalig handboek over dit onderwerp uit te geven.Dit Handboek farmaceutische geneeskunde probeert op een beknopte wijze enkele van de meest relevante zaken rondom clinical trials te verhelderen. De systematische benadering draagt bij tot inzicht in het complete beeld van het geneesmiddel, zowel op gebied van mensgebonden onderzoek, als op het terrein van wet- en regelgeving en kwaliteit.
Stamcelonderzoek, nanotechnologie, robotchirurgie en transplantatiegeneeskunde bieden nieuwe mogelijkheden in de gezondheidszorg, maar roepen ook de vraag op hoe technologische vernieuwingen op een moreel verantwoorde wijze zijn toe te passen. Daarnaast is maatschappelijk debat nodig over ethische kwesties als palliatieve sedatie, financiering van de zorg en patiëntveiligheid.Deze vierde, herziene uitgave van Leerboek medische ethiek is een uitstekende inleiding in de medische ethiek en de bio-ethiek. Het presenteert een overzicht van de actuele ethische discussies binnen de gezondheidszorg. Naast een analyse van relevante perspectieven biedt het een normatief kader waarmee de lezer zich een afgewogen en beargumenteerd oordeel kan vormen over ethische vraagstukken. De talrijke voorbeelden en uitgebreide casuïstiek geven bovendien een goed inzicht in de praktijk en maken de stof overzichtelijk.Leerboek medische ethiek is bedoeld voor studenten geneeskunde, maar is ook goed bruikbaar voor specialisten (en specialisten in opleiding), huisartsen en andere beroepsbeoefenaren in de zorg.
Aandoeningen van het bewegingsapparaat komen veel voor. Vaak gaan ze vanzelf of na een korte behandeling over. Soms is echter specialistisch onderzoek of behandeling noodzakelijk, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een onderliggende inflammatoire gewrichtsziekte of systemische auto-immuunziekte. Bovendien is een gedegen kennis van het vakgebied van de reumatologie en klinische immunologie onontbeerlijk om onderscheid te kunnen maken tussen 'pluis' en 'niet pluis' en om de bevindingen van anamnese, lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek te kunnen interpreteren. Leerboek reumatologie en klinische immunologie biedt een helder, actueel en volledig overzicht van het vakgebied. Aan de orde komen degeneratieve gewrichtsaandoeningen, niet-inflammatoire klachten van het bewegingsapparaat, inflammatoire gewrichtsziekten en systemische auto-immuunziekten, die per groep een andere, vaak multidisciplinaire aanpak vereisen. Het aanbod van antireumatische geneesmiddelen is in de laatste jaren uitgebreid met 'biologicals' en zogenaamde 'small molecules', met specifieke aangrijpingspunten, werkingsmechanismen en bijwerkingsprofielen. Deze ontwikkeling is van belang voor alle (para)medici die betrokken zijn bij de zorg van patiënten met reumatische aandoeningen. Leerboek reumatologie en klinische immunologie is onmisbaar voor iedere geneeskundestudent en voorts nuttig voor artsen in opleiding tot huisarts, internist, reumatoloog, orthopeed of neuroloog en voor paramedici die in de reumatologie werkzaam zijn. Voorts is het als Nederlandstalig naslagwerk een welkome ondersteuning in de patiëntcommunicatie door reumatologen en klinisch immunologen.Leerboek reumatologie en klinische immunologie is tot stand gekomen met medewerking van een breed team van auteurs vanuit alle universitaire centra en allen deskundig op hun deelgebied binnen de reumatologie of klinische immunologie.
Het kind in ontwikkeling groeit en verandert. In uw praktijk krijgt u dan ook te maken met een patiënt met wie u in de loop der jaren steeds op een ander niveau communiceert. Bovendien heeft uw patiënt telkens aangepaste preventieve adviezen nodig. Tenslotte gelden ook wijzigende inzichten en richtlijnen waar het de uitvoering van de kindertandheelkunde betreft volgens het evidence based principe. Kortom, de kernvraag blijft altijd: welke behandeling past het beste bij de leeftijd van het kind? De herziene versie van het Kindertandheelkunde 2 biedt als aanvulling op Kindertandheelkunde 1 veel benodigde praktische en theoretische kennis vanuit een interdisciplinaire visie op dit boeiende wetenschapsgebied.Kindertandheelkunde 2 biedt, net als Kindertandheelkunde 1, uitgebreide informatie over vele facetten van de kindertandheelkunde, voorzien van veel praktijkvoorbeelden, de actuele Richtlijn Mondzorg voor jeugdigen, full colour afbeeldingen en radiografische opnamen.
Het boek begint met het hoofdstuk medisch meedenken. Bij alle onderdelen van het diagnostisch proces spelen verpleegkundigen een belangrijke rol. Aan de hand van casuïstiek wordt verhelderd hoe het diagnostisch proces verloopt en hoe verpleegkundigen hierin een rol kunnen en moeten spelen. In de volgende hoofdstukken worden de verschillende meest voorkomende ziektebeelden met hun verschijnselen, complicaties en behandeling naar orgaansysteem beschreven. Steeds wordt geprobeerd om de verschijnselen en complicaties vanuit de fysiologie te verklaren, zodat de verpleegkundigen beter kunnen observeren (wat kan men observeren, hoe kan men observeren en met welk doel wordt geobserveerd) en daardoor beter kunnen signaleren en beredeneren welke verpleegkundige interventies noodzakelijk zijn.
De thoraxfoto is het meest gebruikte beeldvormende onderzoek binnen de gezondheidszorg. Het verschaft de aanvrager een bron aan informatie over pathologie die ten grondslag kan liggen aan de symptomen waarmee een patiënt zich presenteert. Het beoordelen van een thoraxfoto is dan ook een basisvaardigheid voor iedere arts. In dit boek staat het toepassen van een stapsgewijze beoordeling van de thoraxfoto centraal. Het aanhouden van een vaste volgorde in de beoordeling voorkomt dat bepaalde structuren worden overgeslagen en minimaliseert de kans dat relevante pathologie wordt gemist. Er worden ruim 250 thoraxfoto's gepresenteerd, ingedeeld naar anatomische structuren en deels naar patroon van de afwijking. De foto's zijn van veelvoorkomende afwijkingen, maar ook minder vaak voorkomende ziektebeelden worden in beeld gebracht en toegelicht. De lezer kan zelf oefenen in de stapsgewijze beoordeling met de casuïstiek die wordt aangeboden bij ieder hoofdstuk en met de complexere casuïstiek in het afsluitende hoofdstuk. De thoraxfoto - een stapsgewijze beoordeling is gemaakt door twee longartsen en een radioloog. Zij brengen alle aspecten die bij de beoordeling en interpretatie van de thoraxfoto een rol spelen op heldere wijze naar voren. Hiermee bieden zij iedere (aankomend) arts een uniek hulpmiddel om de eigen vaardigheden in het herkennen en interpreteren van afwijkingen op de thoraxfoto te vergroten.
De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als eten, haren kammen,tanden poetsen en dergelijke zouden onmogelijk zijn zonder de scharnierfunctie van de elleboog. Dit boek behandelt de meest voorkomende vormen van pathologie van elleboog en onderarm. Er wordt onder andere aandacht besteed aan de tennis- en golferselleboog, bursitis, het compartimentsyndroom, myositis ossifi cans, elleboogprothesen, zenuwcompressie, de bicepspeesruptuur, de radiuskopfractuur, osteochondrosis dissecans en de werperselleboog. Zoals gebruikelijk in de boekenreeks van Orthopedische Casuïstiek wordt ieder onderwerp besproken aan de hand van patiëntencasuïstiek uit de dagelijkse praktijk. Recente wetenschappelijke inzichten komen aan bod in addenda die volgen op de patiëntencasus. De tekst is rijk geïllustreerd met educatieve tekeningen en fotos. De bijlagen achterin het boek tonen allerlei handige overzichten van onder andere het functieonderzoek van de elleboog, toegevoegde tests, de innervatie van de arm en concrete oefeningen. Het boek is in het bijzonder bestemd voor fysiotherapeuten, kinesitherapeuten, oefentherapeuten,huisartsen en orthopeden.
Intensive care staat vooral bekend om het medisch-technisch handelen bij ernstig zieke patienten. Dit hoogtechnologische handelen leidt helaas niet altijd tot genezing van de patient. De sterfte op een intensive care is, vergeleken met andere afdelingen in het ziekenhuis, dan ook hoog. Van alle patienten die op een IC komen te overlijden, sterven in Nederland acht van de tien nadat besloten is dat verder behandelen niet meer in het belang van de patient is en de ingezette behandeling gestaakt wordt. Omdat de meeste patienten bij wie de behandeling gestaakt wordt ernstig orgaanfalen hebben, kan dit aanleiding geven tot belastende symptomen zoals benauwdheid, reutelen, onrust, pijn en andere vormen van discomfort.Artsen en verpleegkundigen hebben de morele taak om deze symptomen zo goed mogelijk te behandelen teneinde de patient zo rustig mogelijk te kunnen laten overlijden. Beter is het om te anticiperen op mogelijk belastende symptomen. Helaas zijn veel artsen en verpleegkundigen onwennig in het geven van anticiperende palliatieve zorg op de IC. In dit boekje worden praktische routeplanners gegeven die artsen en verpleegkundigen op de IC stap voor stap kunnen helpen bij de zorg voor stervende patienten op de IC.
De tandarts krijgt steeds vaker te maken met medisch gecompromitteerde patiënten. Ziekten en geneesmiddelen kunnen de mondgezondheid en het tandheelkundig behandelplan ernstig beïnvloeden. Daarom is kennis over ziektebeelden van groot belang voor de tandarts.In Algemene ziekteleer voor tandartsen beschrijft een groot aantal deskundigen op heldere wijze de huidige kennis over ziektebeelden op onder andere het terrein van inwendige geneeskunde, neurologie en oogziekten. Ziektebeelden waarbij orale klinische verschijnselen kunnen optreden of die invloed hebben op het tandheelkundig behandelplan staan hierbij centraal.Deze derde, herziene druk van Algemene ziekteleer voor tandartsen is volledig aangepast aan de nieuwste tandheelkundige en medische inzichten. De hoofdstukindeling is grotendeels gelijk gebleven. De inhoud is volledig geactualiseerd en het hoofdstuk over huidaandoeningen is geheel gewijzigd. Het boek is een actueel naslagwerk en daarom onmisbaar in de algemene tandartspraktijk. Ook voor studenten tandheelkunde is het boek erg nuttig ter voorbereiding op de algemeen medische aspecten van hun toekomstige werk.
Goede hygiëne en aandacht voor infectiepreventie zijn een vereiste voor elke tandartspraktijk. Tandartsassistentes dienen consequent alle maatregelen voor een optimale praktijkhygiëne te treffen. Daarvoor is het belangrijk dat zij beschikken over voldoende basiskennis over infectiebronnen, besmettingsroutes en de effecten van een infectie op het lichaam in het algemeen. Infectiepreventie van A tot Z biedt deze kennis.Het boek bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 beschrijft de algemene infectieleer voor de tandartsassistente. In hoofdstuk 2 komen verschillende infectieziekten aan bod die in de tandheelkundige setting een rol kunnen spelen. Hoofdstuk 3 is een toelichting op de Richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk, opgesteld door de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). In hoofdstuk 4 staat de praktische infectiepreventie aan de stoel centraal, van voorbereiding tot en met reiniging en desinfectie na de behandeling. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 stilgestaan bij reconditionering van instrumenten en het onderhoud van de daarbij gebruikte apparaten. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 een verzameling relevante onderwerpen afzonderlijk uitgediept.Infectiepreventie van A tot Z is gericht op de praktijk en biedt de stof helder en overzichtelijk aan. Begrippen en praktijksituaties zijn gemakkelijk te herkennen en snel op te zoeken. De blauwe vaktermen in de leerstof vallen meteen op. Aan het eind van het hoofdstuk staan de begrippen en hun toelichting in een overzichtelijke woordenlijst. Belangrijke zaken zijn duidelijk weergegeven in aparte kaders. Verdiepingsstof wordt in tekst met blauwe letters weergegeven. Fotoseries in reportagevorm geven de klinische patiëntbehandelingen stap voor stap weer. Infectiepreventie van A tot Z maakt deel uit van de Standby praktijkreeks. Het boek is bedoeld als leerboek voor tandartsassistentes in opleiding. Herintredende tandartsassistentes kunnen het als opfrisboek gebruiken. Voor assistentes die al in de praktijk werkzaam zijn, is het een uitstekend naslagwerk.
Het boek wijst de weg in het onderzoeken, beoordelen, behandelen en adviseren van mensen die een teennagel- aandoening hebben. Het werk geeft meer inzicht in nagel- problematiek om zo een adequate behandeling en een deskundig advies te geven.
Intensive care staat vooral bekend om het medisch-technisch handelen bij ernstig zieke patienten. Maar elke arts of verpleegkundige werkzaam op een IC weet dat er bij dit handelen zeer regelmatig ethische en juridische vragen rijzen. Hoe zit het met beroepsgeheim op de IC? Overlijdt een patient eerder als je hem mor ne geeft na het staken van behandeling? Moet een schriftelijke wilsverklaring altijd worden opgevolgd? Wat moeten zij aan met marchanderende familieleden? Hoe staken zij op ethisch juiste wijze de behandeling als deze geen doel meer dient? Is orgaandonatie wel zo vanzelfsprekend als men algemeen aanneemt? Vragen die elke arts en verpleegkundige op een IC zal herkennen.In dit boek worden 37 van dit soort alledaagse ethische IC-problemen toegankelijk en dicht bij de praktijk blijvend geanalyseerd. Artsen en verpleegkundigen op de IC kunnen in de analyses een handvat vinden hoe zij in vergelijkbare situaties kunnen handelen.Dit boek vult een lacune in zowel de ethische als de medisch-verpleegkundigeliteratuur. Het brengt de praktijk en theorie van intensive-care-ethiek naadloos bij elkaar. literatuur. Het brengt de praktijk en theorie van intensive-care-ethiek naadloos bij elkaar.
Wanneer iemand te horen krijgt dat hij kanker heeft, is de veronderstelling vaak dat hij daar snel aan zal overlijden. Tot voor kort was dat vaak waar, maar dat wordt steeds minder. De behandeling van kanker is de afgelopen 15 jaar sterk veranderd: met name na 2000 zijn er veel nieuwe middelen geïntroduceerd, waaronder de zogenaamde 'targeted' therapieën die doelgericht aangrijpen op kwaadaardige eigenschappen van de tumorcel. Kankerpatiënten krijgen een individuele, multidisciplinaire behandeling die steeds betere overlevingskansen biedt.Kanker wordt een 'chronische ziekte'.Met de verschuiving van het behandelarsenaal verandert ook de positie van de huisarts in de begeleiding van kankerpatiënten. Veel huisartsen hebben in hun opleiding echter weinig kennis opgedaan van de moderne behandeltechnieken met hun bijwerkingen en complicaties. Om deze lacune op te vullen, is in Huisarts en Wetenschap in 2011 een serie nascholingsartikelen gestart rond het thema 'nieuwe ontwikkelingen in de oncologie'. Deze serie artikelen heeft geleid tot het boek dat u nu in handen heeft. 'Ontwikkelingen in de oncologie' wordt ingeleid door een algemeen deel, dat de prevalentie van maligniteiten in de huisartsenpraktijk behandelt, nieuwe behandeltechnieken toelicht en ingaat op vraagstukken rond erfelijkheid en bevolkingsonderzoek. De kern van het boek is opgebouwd rond vijftien tumorspecifieke hoofdstukken die de tien meest voorkomende vormen van kanker bij mannen respectievelijk vrouwen behandelt. In het laatste deel wordt de chronisch oncologische patiënt besproken. De achtergrondkennis in 'Ontwikkelingen in de oncologie' biedt huisartsen handvatten om kankerpatiënten beter te begeleiden. Ontwikkelingen in de oncologie is weliswaar speciaal geschreven voor de praktiserend huisarts en voor huisartsen in opleiding, maar het fraaie overzicht van nieuwe behandelingsmogelijkheden bij kanker is zeker ook informatief voor anderen die in hun werk te maken krijgen met kankerpatiënten. Ontwikkelingen in de oncologie is weliswaar speciaal geschreven voor de praktiserend huisarts en voor huisartsen in opleiding, maar het fraaie overzicht van nieuwe behandelingsmogelijkheden bij kanker is zeker ook informatief voor anderen die in hun werk te maken krijgen met kankerpatiënten.
Stress komt niet alleen voor bij volwassenen, maar ook bij kinderen. Jarenlang is stress bij jeugdigen onderschat. Kinderen en jongeren maken wel degelijk stress mee; soms incidenteel, soms dagelijks. Dit boek laat zien wat stress betekent voor jeugdigen. Aan de orde komen onder meer een nadere typering van het begrip stress, mogelijke bronnen van stress, het omgaan met stress en de gevolgen van stress. Ook geeft het boek antwoord op de vraag wat professionals, leerkrachten en ouders kunnen doen als kinderen en jongeren gebukt aan onder te veel stress.
Dit boek beschrijft orthopedische casuistiek van aandoeningen van het bekken en sacro-iliacale gewricht. Besproken worden onder andere: labrumletsels, bekkeninstabiliteit, de ziekte van Bechterew, avulsiefracturen bij jongeren, de liesbreuk en pathologie van bekkenarterien die verraderlijk veel lijken op orthopedische problematiek.Ieder onderwerp wordt besproken aan de hand van patientencasuistiek uit de dagelijkse praktijk. Recente wetenschappelijke inzichten komen aan bod in diverse addenda die volgen op de patienten casus.De tekst is rijk geillustreerd met educatieve tekeningen en foto's. De bijlagen achter in het boek tonen handige overzichten van klinische testen die worden gebruikt bij bekkeninstabiliteit en bij femoro-acetabulair impingement. Verder vindt men er een overzicht van oefeningen ter behandeling van bekkeninstabiliteit.
Bekkenfysiotherapie heeft zich aanvankelijk vooral ontwikkeld als behandeloptie. De specifieke diagnostische mogelijkheden door de bekkenfysiotherapeut zijn echter in de afgelopen jaren steeds verder uitgebreid; derhalve wordt de term bekkenfysiodiagnostiek geïntroduceerd. Wetenschappelijk onderzoek heeft zich tot nu toe meer gericht op de behandeling van bekken- en bekkenbodemgerelateerde klachten. Evidence-based practice zal benut worden om de bestaande bekkenfysiotherapeutische diagnostiek te beschrijven.Na een inleiding over de ontwikkeling, plaats en het juridisch kader wordt de bekkenfysiotherapie annoNU beschreven. Vervolgens komen de functionele anatomie, de indicaties bekkenfysiotherapie, prevalentie en risicofactoren aan de orde. Een groot deel van het boek is gewijd aan het beschrijven van het bekkenfysiotherapeutisch onderzoek. Daarna wordt stilgestaan bij het klinisch redeneren, de bekkenfysiotherapeutische diagnose en het behandelplan. Het bekkenfysiotherapeutisch consult krijgt apart aandacht. En vervolgens is een hoofdstuk gewijd aan specifieke doelgroepen binnen de diagnostiek door de bekkenfysiotherapeut. Als laatste komt de samenwerking met andere disciplines aan de orde en wordt de Nederlandse situatie met de internationale vergeleken.
Het verlenen van goede zorg verloopt tegenwoordig over veel schijven en steeds vaker moet verantwoording over de zorgverlening worden afgelegd. Om zorgverleners houvast te bieden stellen de beroepswetenschappelijke verenigingen en koepels in samenspraak met patiëntenverenigingen sinds enkele decennia richtlijnen op. Richtlijnen hebben daarmee een belangrijke plaats gekregen in de gezondheidszorg. Het onderhoud daarvan vergt veel expertise en energie. Deze uitgave biedt een leidraad voor ontwikkeling, implementatie, evaluatie en onderhoud van richtlijnen. De eerste druk uit 2004 leverde al een rijk palet van bijdragen op, maar na nagenoeg een decennium waren veel hoofdstukken niet meer upto- date en om deze reden aan herziening toe. De redactie prijst zich gelukkig dat zij daarvoor, net als tien jaar geleden, een beroep heeft kunnen doen op een groot aantal onderzoekers en richtlijndeskundigen, ook voor een aantal nieuwe hoofdstukken, zoals 'Omgaan met weerstanden', 'Gedeelde besluitvorming', 'Organisatie van zorg in richtlijnen' en 'Indicatiestelling als essentieel onderdeel van richtlijnen'. Het boek is bestemd voor alle categorieën van zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen en overige paramedici, maar ook voor beleidsmakers, bestuurders en gezondheidsjuristen die regelmatig met richt lijnen te maken hebben. En uiteraard voor patiënten en hun vertegenwoordigers, die meer dan voorheen willen weten hoe goede zorg tot stand komt en in richtlijnen wordt vastgelegd.
Wat elke professional over verslavingspreventie moet weten is een handzame inleiding in de verslavingspreventie voor iedereen die er in zijn beroep mee te maken krijgt of gaat krijgen. Professionals in vele settings komen in aanraking met verslavingsgedrag. Verpleegkundigen, opvoedondersteuners, werkers in de verslavingszorg en de GGZ, maatschappelijk werkers, beleidsmedewerkers welzijn en gezondheid van een gemeente, politie en Justitie: vroeg of laat hebben zij te maken met mensen die in de problemen komen tengevolge van alcohol,drugs- of medicijngebruik of verslaafd raken aan gamen of gokken. Voor al deze professionals (in opleiding) die willen weten wat de meest actuele interventies zijn en de beste aanpak om verslavingsproblematiek in een vroegtijdig stadium te beteugelen, wat de opbrengst is van landelijke en regionale voorlichtingscampagnes, hoe keuzes gemaakt worden voor specifieke doelgroepen en wat er bekend is van de effectiviteit van preventie geeft deze uitgave praktische handvatten.De auteurs van dit boek zijn verbonden aan het lectoraat verslavingspreventie van de Hogeschool Windesheim, maar zijn tevens afkomstig uit het werkveld. Ze zijn uitvoerders van landelijke en regionale campagnes vanuit het Trimbosinstituut of houden zich vanuit instellingen voor verslavingszorg bezig met preventie.
Het zijn roerige tijden in de zorg, het welzijn en maatschappelijke dienstverlening. De zorg voor burgers in kwetsbare posities zou nauwelijks meer op te brengen zijn, of ze nu ziek zijn, in de bijstand verkeren, of tot over hun nek in de schulden zitten. Er vinden grootscheepse herzieningen plaats in de grote zorgsystemen: de AWBZ, de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en beschutte arbeid. Telkens weer wordt er veel verwacht van de sociaal werker in de frontlinie. Zij hebben de opdracht kwetsbare burgers 'in hun kracht' te zetten en moeten bovendien de veerkracht van de samenleving als geheel versterken. Zij moeten steeds meer van alle markten thuis zijn, generalistisch werken. Er zijn verschillende ideeën over welke professional dit moet zijn: de wijkverpleegkundige moet terug! Buurtzorg! De wijkcoach! De generalist! Dat er iets moet gebeuren zal niemand ontkennen, maar de vraag is welke professionals dit waar kunnen maken, en hoe?De generalist. De sociale professional aan de basis schetst concepten rondom de generalist die ontwikkeld worden samen met de tien deelnemende instellingen aan het programma Sociaal Werk in de Wijk. Portretten van negentien 'brede' en buitengewoon ervaren sociaal werkers worden afgewisseld met reflecties (intermezzo's) die de dagelijkse praktijk illustreren: wat heeft een generalist in zijn mars? Wat kan hij zelf, wat moet hij overlaten? In het laatste hoofdstuk komen de consequenties voor de beroepspraktijk en voor de opleiding aan bod. De generalist is bedoeld voor beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en professionals die aan de slag moeten met vraagstukken rond generalisten en specialisten, sociale teams, een nieuw evenwicht tussen hulpverlening en samenlevingsopbouw, tussen het oplossen van problemen en het benutten van de kracht in de samenleving. Zij vinden inspirerende verhalen uit de praktijk en concepten waarmee zij hun beleid, de beroepspraktijk en de opleidingen voor sociaal werk kunnen voeden.
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.