Gør som tusindvis af andre bogelskere
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.Du kan altid afmelde dig igen.
chrijven over mensen die ziek geschoold volgens de laatste inzichten, zijn, vereist grote voorzichtig- volgens wetenschappelijke richtlijnen S heid. In de spreekkamer is er en de nieuwste ontwikkelingen. Maar vertrouwelijkheid en alleen op basis aan de basis van dit alles staat de ins- van die vertrouwelijkheid kan een pa- rerende collega. De huisarts of spec- tient zijn probleem vertellen. Mijn co- list die net even meer vertelt dan in de lumns zijn dan ook gebaseerd op de boeken staat, die onzekerheid durft te praktijk van alledag, op gebeurtenissen bespreken en de jonge collega de ru- die inspiratie geven tot een verhaal. De te geeft om zich te ontwikkelen. Die verhalen op zich zijn nooit de waar- vertrouwen geeft en bereid is verg- heid. Schrijven is een creatieve aange- singen of verkeerde inschattingen te legenheid waarbij ervaringen verwerkt bespreken en de lessen die daaruit - worden tot een verhaal. Schrijven is leerd zijn te delen. Op die manier kan daarmee vergelijkbaar met schilderen gezondheidszorg ook verbeteren en waarbij kleuren gemengd en gecombi- kan vakmanschap overgebracht w- neerd worden tot een beeltenis ont- den aan degene die in opleiding is. Een staat. Zo zijn ook mijn ervaringen tij- speciale dank aan hen die daaraan b- dens de huisartsopleiding gemengd gedragen hebben, is hier op zijn plaats. tot de columns waaruit deze bundel bestaat. Liesbeth Kooiman Mozambique, mei 2008. Onderling kennis en ervaring delen, is een van de bijzondere aspecten van het artsenvak.
Doel van de testDe Nederlandse Benoem Test (NBT) is een meetinstrument voor het vaststellen van woordvindingsstoornissen bij volwassenen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). De NBT bestaat uit 92 eenduidige afbeeldingen in kleur, opgebouwd op basis van verwervingsleeftijd en woordfrequentie. De test geeft hierdoor ook informatie over de aard van de woordvindingsstoornis. De afbeeldingen van de NBT zijn zorgvuldig uitgezocht voor de Nederlandse setting. De selectie is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten op het gebied van woordvinding en op de behoeftes en voorkeur van logopedisten en clienten. De test speelt in op de behoefte aan no-nonsense afbeeldingen geschikt voor volwassenen, met items speciaal geselecteerd voor de Nederlandse taal. De test is tot stand gekomen in samenwerking met logopedisten en clienten met NAH en een afasie, om zo samen een valide, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk instrument te creeren. Toepassing- Screening: signaleert de aanwezigheid van woordvindstoornissen- Diagnose: inzetbaar in de diagnostiek van woordvindproblemen - Behandeling: meet de voorruitgang van gegeven therapie. - Onderzoek: toegevoegde waarde voor Nederlands onderzoek: de NBT is speciaal voor de Nederlandse populatie ontwikkeld. Wat meet de NBT?De Nederlandse Benoem Test meet woordvindproblemen bij volwassenen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). De test is opgebouwd op basis van verwervingsleeftijd (2 categorieen) en woordfrequentie (3 categorieen) en geeft zo ook informatie over de aard van de woordvindingsstoornis. De test meet het hele woordvindingstraject. Voor wie?De NBT wordt in principe afgenomen door een logopedist of klinisch linguïst, maar ook professionals uit andere disciplines met affiniteit voor afasie en taal, zoals neuropsychologen, klinisch psychologen of neurologen kunnen met de NBT werken. Toelichting van een logopedist of klinisch linguïst is dan raadzaam.Afname en scoringDe afnameduur varieert tussen de 5 en de 30 minuten, afhankelijk van de ernst van de afasie. De afbeeldingen worden visueel aangeboden. De patient benoemt de afbeelding die hij/zij ziet. NormenOm na te gaan of er op basis van de NBT een juiste diagnose kan worden gesteld (predictieve validiteit) zijn de scores van gezonden en afatici met elkaar vergeleken. In de handleiding wordt een optimale cut-off score gegeven die het verschil tussen wel/geen stoornis aangeeft. MaterialenNBT- complete set NBT- scoreformulieren
Dit boek verschaft inzicht in de algemene gedachtegang bij de analyse van onderzoeksresultaten, en het overdragen van kennis over de toepassing van elementaire methoden en technieken. Inzicht en kennis zijn niet alleen nuttig voor de onderzoeker, maar evenzeer voor de praktiserend arts.
The introduction of new techniques for both open and endoscopic surgery during the last decennium has stressed the need for an updated fundamental surgical anatomical textbook for both residents and surgeons. As exposures of these new techniques often differ from conventional approaches, this book is based on a regional- rather than an operation-oriented approach, validating it for the future. Surgical Anatomy of the Abdomen has been written with the aim of providing a thorough and accessible text. To achieve this, a new format using color-mediated legends and modern-style drawings has been chosen.Because the impact of anatomical teaching programs at medical schools has decreased during the past decade, the contributions to this book of many internationally renowned experts underline their shared concern regarding the importance of accessing up-to-date information about fundamental surgical anatomical knowledge in modern surgical practice.The authors who are an experienced surgeon and an anatomist hope that Surgical Anatomy of the Abdomen, by allowing the context to be grasped more easily without the need for memorizing details, will stimulate appreciation of surgical anatomy in the field of abdominal surgery.
Stop met piekeren is een werkboek voor iedereen die kampt met overmatig piekeren. Dit werkboek wordt gebruikt door de client naast een behandeling metacognitieve gedragstherapie (zie het protocol'Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst' isbn 9789031353118). Het werkboek bevat informatie, formulieren en uitleg die de client tijdens de behandeling nodig heeft.Het werkboek Stop met piekeren is gebaseerd op metacognitieve therapeutische principes en is effectief in de behandeling van extreem piekeren. De nadruk ligt op wat de client zelf kan doen om het piekeren te stoppen, waarbij veel aandacht besteed wordt aan de manier waarop de client over het eigen gepieker denkt. De behandeling is niet direct gericht op het piekeren zelf, maar op de opvattingen die de client heeft over piekeren, de zogenoemde metacognities, die een belangrijke rol spelen bij het ontstaan en de in stand houding van extreem piekeren.Aan de hand van het werkboek leert de client hoe hij/zij anders over het piekeren kan denken en hoe hij/zij op een andere manier met moeilijke situaties om kan leren gaan in plaats van erover te piekeren.Het werkboek Stop met piekeren is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Elk deel geeft een sessiegewijze omschrijving van de behandeling van een specifieke psychische aandoening weer. De theorie is beknopt en berust op wetenschappelijke evidentie. Protocollen voor de GGZ is bedoeld voor psychologen, psychotherapeuten, psychiaters en andere hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg.
Lachen is pijnstillend, ontspannend en helpt mensen om te gaan met hun angsten. Het toepassen van humor is dan ook een officiele verpleegkundige interventie (Bulechek, 2016). Voor de verpleegkundige zelf is gebruik van humor een goede remedie tegen burn-out. Toch wordt er tijdens de verpleegkundige opleiding en op de werkvloer niet uitgebreid stilgestaan bij de werking, de effecten en de mogelijkheden van gebruik van humor. Als je daar meer van weet, kun je humor bewust inzetten en op een natuurlijke manier deel uit laten maken van je werk. In dit boek vind je theoretische en praktische informatie, ervaringen van collega's en vele voorbeelden. Na het lezen ervan heb je onder meer inzicht in de effecten van het gebruik van humor, weet je welke soorten humor er zijn, kun je een oordeel vormen over wat wel en wat niet kan en kun je serieus met humor aan de slag. Deze tweede, geactualiseerde en herziene editie is onder meer uitgebreid met informatie over het inzetten van humor bij mensen met dementie en in de palliatieve zorg. Daarnaast wordt er een oproep gedaan aan de docenten, kun je erachter komen wat jouw eigen humorstijl is en delen vele deskundigen, zoals Sibe Doosje, Huub Buijssen, Saskia Teunissen, Marinus van den Berg en Jeffrey Wijnberg, hun ervaringen en/of kennis over gebruik van humor. Dit boek is bestemd voor alle verpleegkundigen, verzorgenden en andere professionals met directe patinten/clintencontacten en voor docenten werkzaam bij zorg- en welzijnsopleidingen en hun studenten
Met dit boek kunt u als therapeut zelfstandig aan de slag met een individuele en groepsbehandeling van kinderen met faalangst in de leeftijd van 10 tot 18 jaar.Eerste hulp bij faalangst bestaat uit een handleiding en een werkboek. Het werkboek bevat een gestructureerde opbouw met diverse oefeningen die toepasbaar zijn in de leefwereld van kinderen. Als extra ondersteuning zijn zowel het werkboek voor individuele behandelingen als ook een werkboek voor groepsbehandelingen online beschikbaar gemaakt via extra.springer.com.De methode is in te zetten bij alle vormen van faalangst, zoals cognitieve, sociale en motorische faalangst. In 7 bijeenkomsten van een uur leren de kinderen hun faalangst onder controle te krijgen. Ouders krijgen tips over hoe ze de begeleiding thuis constructief kunnen oppakken.Faalangst is een veelvoorkomend probleem. Ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft er last van. Niet-erkende faalangst heeft vaak grote gevolgen. Het op tijd signaleren in de therapeutenpraktijk maakt een echt verschil in het leven van de client.De meeste kinderen functioneren beter na het volgen van de faalangsttraining. Ze ervaren meer zelfvertrouwen en een beter welbevinden. Dit wordt bevestigd door school en ouders.
Dit boek biedt behandelaren een handleiding om schematherapie, een succesvolle en bewezen effectieve methode voor de behandeling van persoonlijkheidsproblematiek, toe te passen in kortdurende therapievarianten. Het behandelt twee kortdurende protocollen die u los van elkaar of - voor een langere therapie - achtereenvolgend kunt aanbieden. De protocollen zijn geschikt voor individuele schematherapie en voor schemagroepstherapie, waarbij interpersoonlijk leren in zowel het therapeutisch contact plaatsvindt als in het contact met andere groepsleden. Het werken in en met groepen wordt door behandelaren en clienten als een krachtige experientiele en vaak emotioneel corrigerende gebeurtenis ervaren.Iedereen heeft gevoelige snaren. Deze gevoelige snaren, zogeheten 'schema's', bepalen hoe mensen in het dagelijks leven functioneren. Triggering van deze schema's kan iemand in bepaalde gemoedstoestanden (modi) brengen. Sommige mensen ondervinden in hun dagelijks leven zo'n last van hun schema's en modi dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis.Deze herziene druk (voorheen Kortdurende schemagroepstherapie) richt zich nu ook op het werkboek Experintile technieken. Er worden voorbeelden gegeven van groepsdynamische processen en interactief leren.Kortdurende schematherapie bestaat uit een handleiding voor de therapeut, een werkboek CGT-technieken en een werkboek Experintile technieken. De werkboeken kunnen los van elkaar worden gebruikt of achtereenvolgend. Beide werkboeken richten zich op het verminderen van de invloed van schema's en modi op het dagelijks leven van clinten.
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.